Age Kramer vertelt over zijn vader
2 september 2016 Blogitem Leestijd:Age Kramer is, samen met
zijn broer Luuk, mantelzorger van zijn vader die nu in verzorgingshuis Agnes in
Egmond aan Zee woont. "We hebben een hele tocht afgelegd voordat mijn vader niet
alleen in het verzorgingshuis terecht kon, maar ook voordat hij daar de juiste
zorg kreeg. Casemanager Petra Kalwij heeft ons daarbij geholpen", vertelt Age
in zijn gezellige woonkamer in Egmond aan Zee.
"Mijn ouders hadden een
rijk sociaal leven, waren altijd onderweg naar kennissen en vrienden, reisden
veel, tuinierden en mijn vader schilderde." Age vertelt dat zijn vader een
opleiding tot boekhouder heeft gevolgd en uiteindelijk een verantwoordelijke
functie bemachtigde bij Philips in Eindhoven waar zijn ouders ook woonden. Vier
jaar geleden sloeg het noodlot toe en overleed Age’s moeder onverwacht: "Mijn
vader was daar behoorlijk door van slag. Ook was hij toen al in behandeling bij
de geriater van het ziekenhuis in Eindhoven. Hij bleek een lichte vorm van
dementie te hebben. Eerst merkten we daar niet zo veel van, maar toen deden
zich langzaam aan steeds vaker incidenten voor. Zo heeft hij een keer een nacht
lang naar zijn huis gezocht toen hij met zijn auto een wegomleiding tegen kwam.
Ook kon hij opeens eenvoudige taken niet meer uitvoeren zoals het meten van de
bandenspanning van zijn auto. De geriater in Eindhoven zorgde er voor dat hij
een casemanager dementie kreeg die toen thuiszorg voor hem regelde."
Naar verzorgingshuis Agnes
Age’s vader woont nu in het
verzorgingshuis in Egmond. Hoe is hij daar vanuit Eindhoven terecht gekomen?
Age: "Mijn vader had al eens gezegd dat als er iets met hem aan de hand zou
zijn hij heel graag bij mij in de buurt zou willen wonen, bijvoorbeeld in
Alkmaar. Dat herhaalde hij nog eens toen we dit voorjaar met hem in gesprek
gingen, dat hij eigenlijk niet meer zelfstandig kon blijven wonen. De
Eindhovense casemanager vroeg een indicatie voor hem aan en wij regelden in
Egmond een appartement in verzorgingshuis Agnes. Dat was een huur-appartement
waarbij we zelf alle zorg inkochten, want de indicatie werd in Eindhoven niet
toegekend. Hij kwam dus in een soort aanleunwoning terecht. Dat hebben Luuk en
ik voor hem geregeld."
Intramurale verzorgingshuiszorg
Hoe kwam Age in contact met
de casemanager van Geriant? Age: "De zorg die we voor mijn vader hadden
geregeld in zijn appartement in Egmond sloot niet zo goed aan op mijn vaders
behoeften. Zo bleek dat hij zelf zijn vuilnis moest afvoeren en ook zelf voor
schoonmaakspullen moest zorgen. Dat kon hij niet meer. Daarom ging ik enkele
keren per week bij hem langs om allerlei praktische zaken te doen, maar dat was
wel eens onhandig omdat ik een drukke baan heb. Toen ik dat bij één van de
betrokken hulpinstanties ter sprake bracht, adviseerde die me contact op te
nemen met Geriant. Toen kwam casemanager Petra op het toneel. Zij organiseerde
een overleg met alle betrokken hulpverleners en ook ik werd daarbij
uitgenodigd. Daar bleek al snel dat de dementie van mijn vader te ver gevorderd
was om nog zelfstandig te kunnen wonen in een appartement. Petra vroeg een
indicatie aan voor zogenaamde intramurale verzorgingshuiszorg en toen dat
eenmaal was geregeld, brak er voor ons, maar ook voor mijn vader, een prettiger
tijd aan. Niet alleen alle praktische en huishoudelijke zaken konden toen door
verzorgingshuis Agnes worden opgepakt, maar mijn vader ging ook mee doen aan de
activiteiten in het verzorgingshuis. Hij had het in lang niet meer zo gezellig
gehad! Hij werd daar een stuk vrolijker door."
In no time de juiste zorg
Nu zijn zoektocht naar de
goede hulp voor zijn vader goed is afgelopen is Age heel positief over alle
betrokken hulpverleners: "De mensen in het verzorgingshuis hebben zo’n
positieve, milde en vriendelijke houding tegenover de ouderen die daar wonen!
Ik zelf was nog wel eens geïrriteerd tegen mijn vader als er weer ’s een
probleem opdoemde. Daar is geen sprake van bij de hulpverleners. Ze zijn altijd
begrijpend en vertellen als dat moet voor de tiende keer even vriendelijk dat
mijn vader zijn krant al heeft opgehaald bij de receptie". Ook over casemanager
Petra is Age lovend: "Zij zag dat mijn vader niet meer zelfstandig kon wonen.
Zij heeft zo veel relaties in de dementiewereld en weet daar zo goed de weg,
dat ze in no time de juiste zorg had geregeld en ons veel uit handen heeft
genomen. Daarbij heeft ze mijn vader op respectvolle manier ‘meegenomen’ in dit
proces." Age concludeert dat hij het eerste half jaar zelf als een soort
casemanager zijn weg heeft proberen te zoeken en de hulp voor zijn vader heeft
proberen vorm te geven. Omdat hij niet altijd de juiste weg in het
zorglandschap wist te vinden, viel dat niet altijd mee.
Petra Kalwij,
casemanager dementie bij Geriant, vertelt haar kant van het verhaal
Toen Petra als casemanager
werd ingeschakeld bij de heer Kramer, was de diagnose dementie al gesteld door
de geriater in Eindhoven: “Daar hoefde Geriant dus niets meer aan te doen. Wel
nam de arts van Geriant contact op met de huisarts van de heer Kramer om af te
stemmen wie wat zou doen als het om de medicijnen gaat. Ik zelf heb in de
beginperiode vooral overleg gehad met de zoon van de heer Kramer – Age – en met
de thuiszorg.”
Petra had al snel door dat de hulp in het appartement in Egmond aan Zee niet meer helemaal paste bij het stadium van dementie. Daarom organiseerde ze een zogenaamd ThuisTeam Dementie: “Dat is een overleg met alle betrokken hulpverleners en de familie van iemand met dementie. Tijdens het ThuisTeam Dementie van de heer Kramer kwamen we met elkaar tot de conclusie dat hij steeds meer begeleiding en structurering van de dag nodig had. Dat zou hij kunnen krijgen als hij ‘intramuraal’ werd.” Petra regelde daarom een indicatie voor zorg uit de Wet Langdurige Zorg (WLZ) en toen die werd verkregen, kon de heer Kramer intramuraal gaan wonen in verzorgingshuis Agnes.
Nog steeds betrokken
Nog steeds is Petra
betrokken bij de heer Kramer. Ze heeft regelmatig overleg met het zorgteam en
één maal per half jaar bespreken de Geriant-arts en Petra hoe het met de heer
Kramer gaat. Omdat de heer Kramer de huiskamer in het verzorgingshuis bezoekt,
en ze daar zelf regelmatig is, spreekt ze de heer Kramer zelf ook nog vaak. Ze
merkt dat het goed met hem gaat: “Hij is veel opgewekter. Hij is weer dagelijks
onder de mensen en ziet zijn zoon en diens vrouw en kinderen ook regelmatig. Ik
volg het welzijn van de heer Kramer nog steeds omdat dementie nu eenmaal een
voortschrijdende ziekte is. Dan moet je zo nu en dan nieuwe, aanvullende hulp
regelen. Voor nu is dat niet nodig.”