Tips bij veranderend gedrag

Leestijd:

Dwalen, wantrouwen, onrust en wanen en hallucinaties: gedragingen die voor de persoon met dementie en de mantelzorger voor uitdagingen kunnen zorgen.

Onrust in de nacht

Het is diep in de nacht als je wakker schrikt en naast je in het bed voelt, niks, waar is uw naaste naartoe? Uw naaste met dementie kan niets aan dit gedrag doen, het gebeurt gewoon. Dwaalgedrag bij dementie is een veelvoorkomend fenomeen. Vaak komt dwaalgedrag voor in de nacht en wordt het ook wel nachtelijke onrust genoemd. Maar ook overdag kan de persoon met dementie ijsberen door de kamer of het huis verlaten. De herhaaldelijke bewegingen van het lopen kunnen de persoon met dementie rust geven. Vermijd in het geval van dwaalgedrag de discussie en zorg goed voor de persoon met dementie. Wat kunt u doen om het dwalen zo goed mogelijk te laten verlopen?

  • Maak het huis zo veilig mogelijk: denk aan geen losliggende tapijten op de grond, sloten op de deur en een traphekje.
  • Laat in de nacht een lampje branden zodat uw naaste kan zien waar hij/zij loopt.
  • Zorg dat uw naaste altijd persoonlijke informatie bij zich draagt. Op deze manier kan iemand die uw naaste vindt hem/haar thuisbrengen.
  • Geef uw naaste 's avonds geen drankjes met cafeïne.
  • Stel uw naaste gerust nadat het dwaalgedrag heeft plaatsgevonden en probeer zo kalm mogelijk te blijven.


Vergeten kan ook leiden tot wantrouwen

Het wantrouwen van uw naaste is wel te begrijpen. Hij/zij vergeet dingen die zijn gebeurd, zoals bijvoorbeeld waar hij/zij zijn bril heeft neergelegd. Soms volgt hierop een beschuldiging. Neem dit niet persoonlijk op, uw naaste kan de situatie niet meer goed inschatten, raakt in de war. Hieronder delen wij een aantal algemene tips voor het omgaan met wantrouwen:

  • Praat erover, met uw familie, vrienden of mensen die hetzelfde doormaken als u. Voor het laatste is één van de Alzheimercafé's van Alzheimer Nederland aan te raden. Geef ook aan naasten aan dat ze de beschuldigingen niet persoonlijk op moeten vatten.
  • Overleg met uw casemanager dementie of arts over het inzetten van professionele hulp.
  • Als er een kleine kans bestaat dat de beschuldiging van uw naaste terecht is, onderzoek deze richting dan grondig.
  • Lichamelijke (o.a. gehoorverlies, verstopping, infectie, koorts en pijn) en psychische klachten dragen bij aan achterdochtig gedrag.
  • Probeer uw naaste af te leiden van de achterdocht, activiteiten die hierbij helpen zijn muziek luisteren, wandelen, zingen en oude foto's bekijken.
  • Houd een dagboek bij zodat u kan proberen om een patroon in het achterdochtige gedrag te vinden.


De situatie niet meer begrijpen wat kan leiden tot een gevoel van boosheid, angst, onveiligheid en tot onrust

Het begrijpen van situaties wordt lastiger, dit kan zich op verschillende manieren uiten: mensen met dementie kunnen wantrouwend worden, bang, beweeglijk of juist boos. Hoe kunt u hierop reageren?

  • Probeer het gedrag te begrijpen: Is er een aanleiding voor het gedrag? Kunt u patronen herkennen in de gedragsveranderingen? Wordt uw naaste bijvoorbeeld vaak in de avond onrustig of juist in de ochtend? Door inzicht te krijgen in het gedrag, kunt u beter inschatten wanneer het voor zal komen.
  • Beïnvloed het gedrag: Veel prikkels (o.a. visite en drukke televisieprogramma's) kunnen het gedrag beïnvloeden. Rust kan een positieve invloed hebben op onrustig gedrag. Soms kan het helpen om even samen de buitenlucht op te zoeken.
  • Zorg voor een vaste dagstructuur: Sta op dezelfde tijd op, eet op dezelfde tijden en ga elke dag even naar buiten. Dit heeft een rustgevende werking op de persoon met dementie.
  • Plaats dingen in het blikveld: Leest uw naaste graag een tijdschrift? Leg deze dan op onrustige momenten in zijn of haar gezichtsveld.
  • Ga het gesprek aan over medicatie: Wanneer het onrustig gedrag verergerd kunt u het gesprek aangaan met uw arts of casemanager. Bespreek wat er gebeurt en vraag naar de eventuele medicatie mogelijkheden.


Een eigen waarheid

Bij mensen met dementie kunnen gaan hallucineren (dingen zien die er feitelijk niet zijn) en wanen zien (overtuigingen die niet overeenkomen met de waarheid) voorkomen.

  • Probeer uw naaste bij wanen door middel van logisch redeneren uit te leggen dat de overtuiging niet kloppend is. Kijk altijd of dit werkt bij uw naaste. Bij sommige mensen met dementie helpt dit, anderen worden er juist boos door. Blijf niet aandringen.
  • Is de ander angstig? Ga niet mee in die angst maar blijf zelf rustig en stel de ander gerust.
  • Ga bij hallucinaties niet de discussie aan over wat echt en nep is. Je kan wel eenmaal hardop zeggen dat jij het niet ziet of hoort. Ziet uw naaste mooie dingen? Dan kunt u benadrukken dat het inderdaad prachtig is, dit kan de persoon met dementie rust geven.
  • Schaf meerdere exemplaren aan van voorwerpen die veelgebruikt worden: een leesbril, tandenborstel en pennen. Als uw naaste met dementie beweerd dat het 'gestolen' is kunt u een nieuw exemplaar geven ter geruststelling.
  • Zorg ervoor dat uw huis goed verlicht is: schaduwen en donkere plekken verhogen de kans op hallucinaties.
  • Soms kan het nodig zijn om in het geval van wanen/hallucinaties medicatie voor te schrijven. Echter, medicijnen kunnen ook nare bijwerkingen geven. Ga dus altijd goed in gesprek met de arts van uw naaste.


Dagstructuur en plannen

Doordat mensen met dementie problemen kunnen ervaren in de oriëntatie kan dit ervoor zorgen dat plannen en organiseren steeds moeilijker wordt. Er zijn diverse hulpmiddelen op de markt die hierbij ondersteunen.

  • Planbord/whiteboard: met een rustige lay-out en zwarte of blauwe stift (rood of groen is moeilijker leesbaar). Schrijf dagelijks op een vast moment, bijvoorbeeld na het ontbijt, de afspraken voor de dag op het planbord/whiteboard. Schrijf ook dagelijks terugkerende activiteiten als maaltijden en bewegen op. Zit een activiteit erop? Streep deze door.
  • Een dementieklok met handige weergave van dagdeel, datum en tijd. Zodat het voor de persoon met dementie duidelijker is welk moment van de dag het is. Er bestaan diverse varianten


Omgaan met veranderend gedrag

Voor alle vormen van dementie is het kenmerkend dat het gedrag van uw naaste uiteindelijk zal veranderen. Alzheimer Nederland heeft video's en tekstuele uitleg ontwikkeld hoe om te gaan met veranderend gedrag. Deze zijn hier te doorlopen voor diverse gedragingen o.a. achterdocht, agressie en afhankelijkheid.


Over Geriant

Geriant geeft op vernieuwende wijze vorm en inhoud aan de hulpverlening bij dementie. De hulp richt zich op zowel de thuiswonende mensen met dementie als op de familieleden of andere naasten. Wij begeleiden het gehele proces. Van diagnose tot aan de eventuele opname in een verpleeghuis.

Lees meer