Geriant is inmiddels een begrip in de wereld van dementiezorg. Maar hoe is deze organisatie ontstaan en welke visie ligt eraan ten grondslag? We spraken met Jan Vuister, van huis uit klinisch psycholoog en zoals hij zelf zegt: “aan lager wal geraakt in het management.” Hij is één van de founding fathers van Geriant. Samen met anderen heeft hij een organisatie en aanpak neergezet die voor mensen met dementie en hun naasten het verschil maakt. Hij vertelt over het ontstaan van Geriant, de impact van casemanagement, de kliniek en meer.
“Toen ik als psycholoog begon, zei men nog weleens tegen mij, je gaat toch niet met oudere mensen werken? Daar valt niks aan te doen. En zo keek men ook tegen dementie aan, het is een ongeneesbare ziekte. Vaak zei ik dan, als dementie een ziekte was bij zestienjarige meisjes, dan zouden we er volstrekt anders mee omgaan.”
Samenwerking is cruciaal
En toch ging Vuister zich vanuit de Riagg wel toeleggen op ouderenzorg en hij ontdekte dat intensieve samenwerking daarbij cruciaal is. “We kwamen om in het werk. En er zijn eigenlijk twee simpele redenen waarom we met een ambulante aanpak zijn begonnen. Dat waren getallen en de ernst van de zaak”. Met behulp van bevolkingsprognoses en grafieken konden Jan en zijn medestanders laten zien dat dementie door de vergrijzing enorm zou worden.
“We zagen hoe ernstig en vernietigend de ziekte is. Niet alleen voor de mensen zelf, maar ook voor hun omgeving. Maar daar werd in de jaren negentig over het algemeen anders over gedacht. Nederland gaat het niet oplossen door alleen maar verpleeghuizen bij te bouwen.”
Schoppen tegen heilige huisjes
Vuister en zijn samenwerkingspartners bedachten dat je een goed ambulant model nodig hebt. Wat begon met experimenteren met gespecialiseerde hulp voor dementie en een wachtlijst-coördinator, is uitgegroeid tot DOC-teams en een intensieve samenwerking met verpleeghuizen in Noord-Kennemerland, West-Friesland en de Kop van Noord-Holland.
[red. DOC staat voor Dementie, Onderzoek en Casemanagement.]
“Met het DOC-team schopten we tegen heilige huisjes, want in Nederland is het traject van onderzoek (diagnostiek) en behandeling veelal gescheiden en dat is nou precies waar mensen met dementie geen behoefte aan hebben. De gedachte achter het team is dat het álles doet, dus vanaf de verwijzing van de huisarts tot aan het moment van opname in het verpleeghuis; de mensen krijgen één zorgtraject. En dat was nieuw.”
Een DOC-team moest bestaan uit een casemanager met HBO verpleegkunde opleiding, want inhoudelijke kennis van de ziekte is cruciaal, een psycholoog en een arts.
“Vanaf het begin hadden we ook nauw contact met de zorgverzekeraar. We legden ons plan voor de DOC-teams voor en vroegen hen mee te praten. Ze zagen ons enthousiasme en dachten ‘dit kan weleens wat worden’. En zo waren ze vanaf het begin aan boord. En zo konden we in 2000 van start met twee teams.”

Groei en uitbreiding met kliniek
En dit alles leidde uiteindelijk tot de oprichting van Geriant. De organisatie groeide uit tot een zelfstandige zorgaanbieder met een duidelijke focus: mensen met dementie en hun naasten begeleiden door middel van een geïntegreerde aanpak.
“En huisartsen wisten ons te vinden. Ik herinner me nog dat een huisarts destijds een tevredenheidsenquête terugstuurde, de vragen niet ingevuld, maar er met grote letters op schreef: ‘Als ik naar jullie verwijs, gebeurt er ook echt wat’. En dat was precies wat we wilden.”
De vraag om zorgverlening groeide, de stichting groeide. Na een aantal jaar heeft het oorspronkelijke bestuur van de stichting, bestaande uit een afvaardiging van de verpleeghuizen en GGZ, het stokje overgedragen aan een Raad van Toezicht en heeft Jan Vuister de rol van bestuurder op zich genomen. “Bij de opbouw van de stichting kwam heel wat kijken; onderhandelingen met vakbonden en welke CAO kies je? Maar ook wat doe je met mensen die vanuit de ambulante zorg opgenomen moeten worden? Die brachten we eerst onder in een psychiatrisch ziekenhuis. Maar dat kon op een gegeven moment echt niet meer, want de afdeling was verouderd en de mensen met dementie pasten daar niet echt,” aldus Vuister. Er was een andere oplossing nodig.
“Toen ben ik met de directeur van het verpleeghuis in Heerhugowaard gaan praten,” vertelt Jan, “om te bespreken of we niet een stukje boven op hun nieuwbouw konden bouwen. En zo is de Geriant kliniek er gekomen; 16 bedden en voor de logistiek was er nauwe samenwerking met het verpleeghuis. En meer bedden moet je niet willen, volgens mij. We moeten er maar voor zorgen dat mensen sneller beter worden. Het opzetten was een avontuur, met 16 bedden zijn we eigenlijk het kleinste psychiatrische ziekenhuis,” zegt Jan samenvattend.
Goed werkgeverschap en voorbeeld voor het hele land
Als werkgever is Geriant tot drie keer toe de beste werkgever geweest. Jan zegt over het werkgeverschap: “We hebben altijd de stelregel gehad dat als je wilt dat je zorgverleners met een groot hart en professionaliteit met de cliënten en mantelzorgers omgaan, dan moet je ook zo met je werknemers omgaan.”
Ook op landelijk niveau heeft Vuister het verhaal van Geriant verteld. “Dat heeft alles te maken met het Landelijk Dementie Programma (LDP) van het ministerie van VWS en Alzheimer Nederland. Deze laatste kenden ons goed en zij vertelden in het land over ons en namen onze aanpak als voorbeeld. En zodoende ben ik vaak in de trein gestapt om in diverse regio’s in het land praatjes te houden.”
Goede herinneringen
Op de vraag wat het mooiste moment was uit zijn tijd bij Geriant, kan Jan bijna niet kiezen. Hij benoemt het familiegesprek dat Geriant in de regel op kantoor hield. En mede naar aanleiding van de ervaringen in deze gesprekken organiseerde Geriant een aantal jaar geleden de Mantelzorgdag.
“Mantelzorgers zijn cruciaal in het concept,” vertelt Jan, “onze zorg is nooit alleen op de persoon met dementie gericht, maar altijd op het systeem. Daarom wilden we voor hen iets speciaals doen. Enzo huurden we het AZ stadion en nodigden een paar duizend mantelzorgers uit voor een speciale dag waar dokters praatjes hielden over dementie, verzekeraars op de zeepkist stonden en waar men naast workshops ook lekker verwend kon worden met bijvoorbeeld een massage.”
Hij heeft goede herinneringen aan deze dag en aan de tijd die hij besteedde aan zorg voor mensen met dementie en hun naasten.