De eerste paar jaar bij Geriant werkte ik als casemanager in mijn geboorteplaats en dan gebeurt het regelmatig dat je bekenden tegenkomt. Deze cliënt vroeg steevast bij elk huisbezoek hoe het was met mijn oom, Joop. Dat ome Joop al jaren niet meer leefde, beklijfde niet. Omdat hij elke dag al in onzekerheid verkeert en zoekt naar antwoorden, wilde ik hem niet confronteren met zijn ‘missers’ en hem niet het gevoel van falen bezorgen.
Toch was het lastig om zijn vraag steeds opnieuw te beantwoorden. ‘Hoe is het met Joop?’ Waarbij hij mij verwachtingsvol aankeek. Ik besloot een vraag terug te stellen: ‘Waar kennen jullie elkaar van?’ Ze hadden bij elkaar in de klas gezeten, waren vrienden en zwommen vroeger vaak samen ’achterdijk’ in het IJsselmeer. Bij het volgende huisbezoek: ‘Hé, hoe is het met Joop?’ En ik: ‘Jullie zaten toch bij elkaar in de klas hè?’ Waar hij dan enthousiast over vertelde.
Een paar maanden later: ‘Hoe is het eigenlijk met Joop?’ ‘Jullie konden het goed vinden samen, vertel eens…’ Ze speelden vaak samen, waren ook buurjongens en toen ze ouder waren gingen ze samen naar het café. De volgende dag ben ik weer even bij echtpaar om iets af te geven en zodra hij mij ziet wordt opnieuw de vraag op me afgevuurd: ‘Hoe is het met Joop?’ Bijna ontschiet mij: ‘Dat vraagt u mij elke keer’, maar ik kan mij nog net inhouden. ‘Ik zou willen dat ik het wist’, is mijn antwoord. ‘O, hij is er niet meer?’ Ik knik bevestigend. ‘Nou, dat is toch ook wat’, reageert hij. Zal dit wel beklijven? Maar helaas, de vraag blijft toch komen en ik besluit dat ‘ik zou willen dat ik het wist’ mijn meest passende antwoord is.
Er mag ook verdriet zijn om het gemis van zijn vriend, het gemis van die zorgeloze tijd, de tijd waarin hij alles nog kon onthouden.
Tegelijkertijd ben ik mij ervan bewust wat een impact het heeft op de partners om steeds met voortdurende herhalingen, diezelfde vragen en opmerkingen te maken te hebben, en hun geduld te bewaren. Dag in dag uit, week in week uit, en soms zelfs jarenlang. Inmiddels leeft deze cliënt niet meer. Hij is gecremeerd en zijn as wordt uitgestrooid in het IJsselmeer, de plek waaraan hij zulke goede herinneringen had, de plek waar hij vele zomerse dagen heeft doorgebracht. Het IJsselmeer ‘achterdijk’ waar hij zo graag een duik nam. De plek waar hij zich thuis voelde omringd door de buurtkinderen, onder wie ome Joop.
Dit verhaal verscheen in 2024 in de bundel Belevenissen met dementie. Uitgebracht door Geriant.