Goedgekeurd kwaliteitsstatuut ggz – Instelling format C 

Per 1 januari 2017 zijn alle aanbieders van ‘geneeskundige ggz’, dat wil zeggen generalistische basis ggz en gespecialiseerde ggz binnen de Zorgverzekeringswet, verplicht een kwaliteitsstatuut openbaar te maken. Dit betreft een goedgekeurd kwaliteitsstatuut.

1. Algemene informatie

1. Gegevens ggz-aanbieder

Naam instelling zoals bekend bij KVK: Geriant 

Hoofd postadres straat en huisnummer: Titanialaan 15 A 

Hoofd postadres postcode en plaats: 1702AZ Heerhugowaard 

Website: www.geriant.nl 

KvK nummer: 37107647 

AGB-code 1: 72727359

2. Gegevens contactpersoon/aanspreekpunt 

Naam: Loes van Staveren, Kwaliteitsadviseur

E-mailadres: l.vanstaveren@geriant.nl 

Tweede e-mailadres: info@geriant.nl 

Telefoonnummer: 0725270390

3. Onze locaties vindt u hier 

Link: https://www.geriant.nl/

4. Beschrijving aandachtsgebieden/zorgaanbod:

4a Beschrijf in maximaal 10 zinnen de algemene visie/werkwijze van uw instelling en hoe uw patiëntenpopulatie eruit ziet. Bijvoorbeeld: Op welke problematiek/doelgroep richt uw instelling zich, betrekt u familie/omgeving in de behandeling, past u eHealth(toepassingen) toe, etc.:

Geriant biedt hulp aan mensen met dementie en hun naasten. Van onderzoek en behandeling tot begeleiding en ondersteuning. Doel is dat mensen met dementie zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen. Hiervoor heeft iedere cliënt een eigen vertrouwde casemanager die nauw samenwerkt met een arts/vs en zo nodig met een ( gz-)psycholoog. Geriant biedt de hulp bij cliënten thuis of in een woonvorm voor ouderen. Is er sprake van complexe problematiek, dan kan een cliënt tijdelijk terecht in de Geriant kliniek voor diagnostiek en behandeling.

4b. Patiënten met de volgende hoofddiagnose(s) kunnen in mijn instelling terecht:

• Neurocognitieve stoornissen; met name dementie
• Delirium

4c. Biedt uw organisatie hoogspecialistische ggz (3e lijns ggz):

Ja, wij hebben een afdeling hoogspecialistische ggz voor:
• Delirium, dementie en overig
• Restgroep diagnoses
• Psychische stoornissen door een somatische aandoening

4d. Heeft u nog overige specialismen: (optioneel, meerdere antwoorden mogelijk):

Overig, namelijk mensen met een vermoeden op dementie.

5. Beschrijving professioneel netwerk:

Iedere cliënt heeft een eigen casemanager dementie die nauw samenwerkt met gz- of- basis-psycholoog, de specialist ouderengeneeskunde, basisarts, verpleegkundig specialist AGZ/GGZ of klinisch geriater, zijnde het multidisciplinair team.

Alle bovengenoemde professionals kunnen optreden als regiebehandelaar hetzij indicerend, hetzij coördinerend. De coördinerend casemanager dementie is het vaste aanspreekpunt voor de cliënt en diens naaste. De casemanager schakelt hulp in van ketenpartners die nodig is, passend bij de complexiteit van de casus en de vordering van dementie. Het kan gaan om bijvoorbeeld thuiszorg, dagbesteding, welzijn, specialist en de huisarts. De huisarts is hoofdbehandelaar van de ambulante cliënten van Geriant.

6. Onze instelling biedt zorg aan in: 

Er is sprake van een overgangssituatie waarbij we zowel werken met een onderscheid in generalistische basis-ggz en gespecialiseerde ggz als een indeling naar settings van het Zorgprestatiemodel. In de toekomst zal het eerste onderscheid komen te vervallen.

Geriant heeft aanbod in de volgende settings van het Zorgprestatiemodel:

Setting 4 (outreachend)
Hiervoor kunnen de volgende type beroepsbeoefenaren als regiebehandelaar optreden en zijn de voorwaarden ten aanzien van de indicerende en coördinerende rol als volgt ingevuld.

Setting 5 (klinisch exclusief forensische en beveiligde zorg)
Hiervoor kunnen de volgende type beroepsbeoefenaren als regiebehandelaar optreden en zijn de voorwaarden ten aanzien van de indicerende en coördinerende rol als volgt ingevuld.

7. Structurele samenwerkingspartners 

Geriant werkt ten behoeve van de behandeling en begeleiding van cliënten samen met:
Beschrijf de functie van het samenwerkingsverband en wie daarin participeren:

Geriant werkt ten behoeve van de behandeling en begeleiding van patiënten/cliënten samen met nagenoeg met alle professionals en zorginstellingen, actief in de diagnostiek, behandeling, zorg en ondersteuning van mensen met dementie en hun naasten. Bij uitstek gaat het hier om ‘ketenzorg’.

In de individuele behandeling van onze cliënten zijn dat: 

  • alle huisartsen in regio (ruim 350)
  • alle ziekenhuizen (3), i.h.b. de specialisten geriatrie (15)
  • alle thuiszorgaanbieders, groot en klein (ca. 25)
  • alle gemeenten / WMO-verantwoordelijken, al dan niet in de vorm van gebiedsteams (16)
  • alle verpleeghuizen in de regio (ruim 20 locaties)
  • alle verzorgingshuizen en andere woonvormen voor ouderen in de regio(ruim 50)
  • alle dagvoorzieningen voor mensen met dementie in de regio (ca. 15)
  • alle welzijnsorganisaties in de regio (4)
  • alle vrijwilligersorganisaties in de regio die vrijwilligers bieden voor mensen met dementie
  • alle cliëntenorganisaties op regionaal niveau (3)
  • de ggz (1)
  • Centraal Indicatieorgaan Zorg
  • Netwerk dementie NHN
  • Alzheimer NL regio’s
  • Alzheimercentrum VUmc Amsterdam
  • Netwerk palliatieve zorg
  • Netwerk Jong dementie

2. Organisatie van de zorg

8. Lerend netwerk

Geriant geeft op de volgende manier invulling aan het lerend netwerk van regiebehandelaren:

Bij Geriant vindt op structurele basis in de regio’s en op de kliniek casuïstiekbespreking plaats met de betrokken disciplines, waaronder de regiebehandelaren. Bij Geriant zijn drie vakgroepen actief: de vakgroep artsen/vs, de vakgroep psychologen en de vakgroep Casemanagers. De rol en taak van de vakgroepen is: Vakmatige doorontwikkeling van kennis en expertise van alle vakgenoten, o.a. in de vorm van ontwikkeling, scholing, casuïstiekbespreking, invoering en borging van richtlijnen, handboeken, methodieken, intervisie en visitatie. De vakgroepen hebben periodiek, 8-10 keer per jaar overleg. De vakgroepen faciliteren de verbinding tussen de professionals waardoor ze elkaar weten te vinden bij voor consultatie op casusniveau. Geriant faciliteert intervisie voor de leden van de vakgroepen. De specialisten ouderengeneeskunde, klinisch geriaters en gz-psychologen voeren intercollegiaal visitaties uit.

9. Zorgstandaarden en beroepsrichtlijnen 

Geriant ziet er als volgt op toe dat:

9a. Zorgverleners bevoegd en bekwaam zijn:

Bevoegdheid en bekwaamheid voor alle hulpverleners zijn als voorwaarden opgenomen in hun
functiebeschrijving en daarnaast vastgelegd in de protocollen en werkwijzen van de organisatie.
Voor de sturing daarvan is een kwaliteitssysteem ingericht waarvan de naleving periodiek wordt
getoetst met een systeem van interne en externe audits. Geriant is HKZ-gecertificeerd. Tevens zijn
bevoegd- en bekwaamheid nadrukkelijk opgenomen in het professioneel statuut.
Het professioneel handelen, c.q. het toetsen van de bevoegdheid en bekwaamheid daarvoor, zijn
een vast onderdeel van de individuele jaargesprekken met de individuele medewerkers.
De bij Geriant in dienst zijnde casemanagers dienen geregistreerd te zijn in het kwaliteitsregister van beroepsvereniging V&VN voor het deskundigheidsgebied dementieverpleegkundige.
Tenslotte is de bevoegdheid en bekwaamheid voor de voorbehouden handelingen vanuit de wet
BIG in een BIG-protocol opgenomen, met name voor de klinische zorgverlening.

9b. Zorgverleners volgens kwaliteitsstandaarden, zorgstandaarden en richtlijnen handelen:

De borging van zorgstandaarden en richtlijnen voor het professioneel handelen is opgenomen in het kwaliteitssysteem van Geriant waarin conform de PDCA-cyclus gewerkt wordt. Het is de essentie om met dit systeem te willen werken. In het kwaliteitshandboek zijn de zorgstandaarden, protocollen en richtlijnen digitaal toegankelijk. Tevens is het volgens kwaliteitsstandaarden, zorgstandaarden en richtlijnen handelen nadrukkelijk verankerd in het professioneel statuut (wat deel uitmaakt van de arbeidsovereenkomst).
Het gebruik in het dagelijks handelen wordt vooral gestuurd door de cliëntenbesprekingen (vaak
aangeduid als ‘MDO’), alsmede de bilaterale werkcontacten van professionals met de
behandelverantwoordelijke /regiebehandelaar.

9c. Zorgverleners hun deskundigheid op peil houden:

De instelling werkt met een scholingsbudget. Ook het scholingbeleid is vastgelegd in het kwaliteitssysteem van de organisatie en wordt ondersteunde door het Geriant Kenniscentrum Dementie. Jaarlijks wordt bezien of instellingsbrede thema’s middels scholing moeten worden aangepakt en in het jaarplan opgenomen. Echter de meeste nadruk ligt op de individuele trajecten van professionals. Wensen, behoeften en noodzaak hiervan zijn onderdeel van het jaargesprek met de medewerkers. Leidinggevenden zien toe op de realisering. Voor een groot aantal professionals is de scholing ook onderdeel van hun beroepsaccreditatie. Ook dit werkt vanzelfsprekend sturend op de uitvoering.

10. Samenwerking

10a. Samenwerking binnen uw organisatie en het (multidisciplinair) overleg is vastgelegd en geborgd in het professioneel statuut (kies een van de twee opties):

Ja

10b. Binnen Geriant is het (multidisciplinair) overleg en de informatie-uitwisseling en overdracht tussen regiebehandelaar en eventueel andere betrokken behandelaren als volgt geregeld:

Het MDO (binnen Geriant: cliëntenbespreking), onder andere gericht op het opstellen, uitvoeren en evalueren van het behandelplan is opgenomen in het professioneel statuut, evenals de informatie-uitwisseling, overdracht en samenwerking met interne en externe betrokkenen. De werkwijze is verder vastgelegd in het kwaliteitssysteem van de instelling, in aparte documenten voor de ambulante en klinische hulpverlening. Hierin zijn opgenomen: functie, organisatie (waaronder frequentie/planning), rollen, documenten, agenda en verslaglegging. Rode lijn is een periodiek MDO, voorgezeten door de behandelverantwoordelijke/ regiebehandelaar. De psychiater maakt deel uit van het klinisch MDO en wordt naar inschatting van de regiebehandelaar betrokken bij ambulante GGZ-cliënten. Verslaglegging vindt plaats op cliëntniveau in het ECD.

10c. Geriant hanteert de volgende procedure voor het op- en afschalen van de zorgverlening naar een volgend respectievelijk voorliggend echelon:

De inzet van hulpverlening, c.q. het op- en afschalen, maakt deel uit van zowel het opstellen als evalueren van het behandelplan. De toetsing/ borging daarvan vindt plaats in het MDO (bij Geriant: cliëntenbespreking). Vanzelfsprekend gaat daaraan vooraf dat inzet en frequentie van de hulp onderwerp van gesprek en overleg met de cliënt (en zijn naasten) is.

10d. Binnen Geriant geldt bij verschil van inzicht tussen bij een zorgproces betrokken zorgverleners de volgende escalatieprocedure:

Deze procedure is opgenomen in het professioneel statuut (onderdeel 2.12 en bijlage 2, Escalatieprocedures). Hierin staat het volgende:
Onderdeel 2.12:
De coördinerend regiebehandelaar coördineert de afstemming tussen alle bij een cliënt betrokken zorgverleners en is verantwoordelijk voor de integraliteit van de behandeling. Hij overlegt hiertoe met medebehandelaren en de te raadplegen collega’s. Het overleg is gericht op overeenstemming door middel van gezamenlijke besluitvorming. Bij verschil van mening of inzicht over de in te stellen behandeling heeft de indicerend regiebehandelaar uiteindelijk de doorslaggevende stem, echter niet eerder dan nadat alle betrokken behandelaren gehoord zijn.

11. Dossiervoering en omgang met patiëntgegevens

11a. Ik vraag om toestemming van de patiënt/cliënt bij het delen van gegevens met niet bij de behandeling betrokken professionals:

Ja

11b. In situaties waarin het beroepsgeheim mogelijk doorbroken wordt, gebruik ik de daartoe geldende richtlijnen van de beroepsgroep, waaronder de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld (bij conflict van plichten, vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld), het stappenplan materiële controle en ik vraag het controleplan op bij de zorgverzekeraar (bij materiële controle):

Ja

11c. Ik gebruik de privacyverklaring als de patiënt/cliënt zijn diagnose niet kenbaar wil maken aan zijn zorgverzekeraar/ NZA:

Ja

12. Klachten en geschillenregeling 

12a. Cliënten kunnen de klachtenregeling hier vinden (kies een van de twee opties):

Link naar klachtenregeling: https://www.geriant.nl/hulp-bij-dementie/uw-belangen/klachten/

12b. Cliënten kunnen met geschillen over de behandeling en begeleiding terecht bij de Geschillencommissie Verpleging, Verzorging en Geboortezorg. De geschillenregeling is hier te vinden: https://www.degeschillencommissiezorg.nl/

3. Het zorgproces – het traject dat de cliënt in deze instelling doorloopt

13. Wachttijd voor intake/probleemanalyse en behandeling en begeleiding

Cliënten vinden informatie over wachttijden voor intake en behandeling en begeleiding
via https://www.geriant.nl/hulp-bij-dementie/wachttijden/ en kunnen deze telefonisch
opvragen. De informatie is –indien het onderscheid van toepassing is– per
zorgverzekeraar en per diagnose.

14. Aanmelding en intake/probleemanalyse 

14a. De aanmeldprocedure is in de organisatie als volgt geregeld (wie ontvangt de telefonische aanmelding, wie doet de intake, hoe verloopt de communicatie met de cliënt):

De gehele procedure, van aanmelding tot uitschrijving, is geborgd in het kwaliteitssysteem. Zie voor het zorgverleningstraject hoofdstuk 5 van het professioneel statuut.

Geriant participeert met het onderdeel ouderenpsychiatrie van de GGZ Noord-Holland Noord in één gezamenlijk aanmeldpunt voor ‘alle ouderen met psychische problematiek’. De verwijzing geschiedt altijd door de huisarts of specialist in het ziekenhuis, doorgaans digitaal, ook nog wel schriftelijk of telefonisch. Binnen circa twee weken is er contact met de cliënt of zijn naasten. Het eerste contact/ intake wordt gedaan door de verpleegkundige / casemanager, in de regel via een huisbezoek, gegeven de aard van de problematiek. In de intakefase wordt de cliënt ook altijd gezien door de behandelverantwoordelijke. Wederom ingegeven door de aard van de problematiek (dementie) wordt vanaf het eerste begin gecommuniceerd met zowel de cliënt als zijn naasten (vaak: familie).

14b. Binnen Geriant wordt de cliënt doorverwezen naar een andere zorgaanbieder met een passend zorgaanbod of terugverwezen naar de verwijzer –indien mogelijk met een passend advies- indien de instelling geen passend aanbod heeft op de zorgvraag van de cliënt:

Ja

15. Indicatiestelling 

Beschrijf hoe de intake/probleemanalyse en indicatiestelling binnen Geriant is geregeld (hoe komt de aanmelding binnen, hoe komt de afspraak met de cliënt voor de intake tot stand, wie is in de intakefase de regiebehandelaar en hoe komt die beslissing tot stand (afstemming met cliënt), waaruit bestaan de verantwoordelijkheden van de regiebehandelaar bij het stellen van de diagnose):

Zie onderdeel 5.3 van het professioneel statuut.
Aansluitend op wat al bij vraag 14 is aangegeven:
De intake omvat het diagnostiektraject en wordt in meerdere contacten uitgevoerd. De indicerend regiebehandelaar is gehouden altijd de cliënt in een direct contact zelf mede te zien en te beoordelen in deze fase. Hij/zij is verantwoordelijk voor het vaststellen van de diagnose. Tevens wordt een behandelovereenkomst voorgelegd.
Het diagnostisch proces wordt door de betrokken professionals uitgevoerd volgens de professionele standaarden en landelijke consensus-richtlijnen, welke de instelling heeft vastgelegd in de handboeken Ziektediagnostiek dementie en Zorgdiagnostiek dementie’. De cliënt wordt door de betrokken professionals door middel van een uitslaggesprek op de hoogte gesteld van de bevindingen en de opties voor verdere hulp en ondersteuning.
De verwijzer, i.c. de huisarts, wordt van de bevindingen en het overeengekomen zorgverleningstraject schriftelijk op de hoogte gesteld.

16. Behandeling en begeleiding

16a. Het behandelplan wordt als volgt opgesteld (beschrijving van proces en betrokkenheid van cliënt en (mede-)behandelaren, rol (multidisciplinair) team):

Zie onderdeel 5.4 van het professioneel statuut.
De behandeling wordt door de professionals vorm en inhoud gegeven conform de professionele standaarden voor de beroepsgroep, dan wel landelijke consensusdocumenten over dementie. De betrokken regiebehandelaar/regiebehandelaren en medebehandelaars zijn gehouden met de cliënt en diens mantelzorgers een behandelovereenkomst en een behandelplan overeen te komen, die de expliciete instemming van de cliënt of de wettelijk vertegenwoordiger behoeven en ook tot hun beschikking worden gesteld. Hierin worden zowel de doelen van de behandeling opgenomen, als de inzet van de daartoe benodigde middelen dan wel andere wijze waarop deze worden behaald. Het behandelplan bevat daarbij de namen van de regiebehandelaar en medebehandelaar. Het behandelplan voorziet daarmee tevens in gepast gebruik, zijnde de juiste inzet van hulp (matched care) en op het juiste moment op- en afschalen.
Daar het veelvuldig voorkomt dat in het kader van de zorgverlening moet worden samengewerkt met andere instellingen en voorzieningen, wordt dit geëxpliciteerd in het behandelplan.
Het behandelplan wordt periodiek geëvalueerd met de cliënt en diens mantelzorgers. Daarbij is er door de professional expliciet aandacht voor relationele aspecten (de ‘match’ tussen professional en cliënt) en de keuze tot op- of afschalen van de geboden zorg en ondersteuning. Bij onvoldoende resultaat of tevredenheid wordt het beëindigen van de zorgverlening overwogen.
Als terugval al aan de orde is, is daaraan meestal een langer behandeltraject voorafgegaan. Cliënten en mantelzorgers kunnen dan rechtstreeks contact opnemen met hun casemanager of arts bij Geriant. Immers: de aard van de ziekte is zodanig dat deze niet meer zal verdwijnen. Is technisch een nieuwe verwijzing noodzakelijk, dan wordt dat kortgesloten met de huisarts.

16b. Het centraal aanspreekpunt voor de cliënt tijdens de behandeling is de regiebehandelaar:

Het professioneel statuut (paragraaf 4.3) vermeldt voor de regiebehandelaar (indicerend, coördinerend) de volgende taken:

  • Analyseert het probleem op basis van professionele kennis en ervaring samen met de cliënt eventueel met gebruik van deskundigheid van andere zorgverleners.
  • Hij maakt een probleemanalyse, stelt een diagnose en maakt een behandelplan op hoofdlijnen voor behandeling.
  • Tijdens de latere behandelfase wordt hij betrokken bij vastgelegde reflectiemomenten.
  • Hij wordt betrokken bij ingrijpende wijzigingen in complexiteit van de situatie of vastlopen van de behandeling en stelt waar nodig een nieuw behandelplan op.

De coördinerend regiebehandelaar:

  • Zorgt voor goede afstemming en coördinatie van het zorgaanbod en samenwerking tussen de betrokken zorgverleners uit verschillende disciplines.
  • Waar nodig werkt de coördinerend regiebehandelaar het behandelplan op meer gedetailleerd niveau uit.
  • Daarnaast reflecteert hij regelmatig samen met de cliënt (en bij ingrijpende verandering ook met de indicerend regiebehandelaar) op de behandeling en begeleiding.
  • Stelt waar nodig het behandelplan bij of beëindigt het behandelplan
  • Bemiddelt bij en coördineert inzet van zorg door een andere organisatie
  • Is het centrale aanspreekpunt voor de cliënt.

16c. De voortgang van de behandeling wordt binnen Geriant als volgt gemonitord (zoals voortgangsbespreking behandelplan, evaluatie, vragenlijsten, ROM):

Na de eerste MDO-bespreking van diagnostiek en behandelplan, vindt periodiek evaluatie plaats volgens een vast stramien. Dit wordt aangevuld met waar nodig tussentijdse bespreking (hetzij bilateraal met de behandelverantwoordelijke, hetzij in een formeel groter MDO) als de behandeling of het contact daar aanleiding toe geeft.

16d. Binnen Geriant reflecteert de regiebehandelaar samen met de cliënt en eventueel zijn naasten de voortgang, doelmatigheid en effectiviteit van de behandeling en begeleiding als volgt:

Er is een vast systeem voor de bewaking van de voortgang en evaluaties van behandelplan. De behandelovereenkomst/ behandelplan wordt periodiek geëvalueerd met de cliënt/ mantelzorgers. Daarbij is er door de professional expliciet aandacht voor relationele aspecten (de ‘match’ tussen professional en cliënt) en de keuze tot op- of afschalen van de geboden zorg en ondersteuning. Bij onvoldoende resultaat of tevredenheid wordt het beëindigen van de zorgverlening overwogen. Daar waar de behandelverantwoordelijke/ regiebehandelaar niet zelf bij deze evaluatie aanwezig was (dat is niet altijd het geval als de aard van het contact en de vorm van de behandeling daar geen aanleiding toe geven), wordt deze wel altijd hem hem/haar bilateraal besproken door de betreffende behandelaar. Dit kan nog aanleiding zijn tot een ‘eigen’ contact van de behandelverantwoordelijke/ regiebehandelaar.

16e. De tevredenheid van cliënten wordt binnen Geriant op de volgende manier gemeten:

Naast het ‘normale’ gesprek hierover (daar hoor je toch echt mee te starten!), worden daarvoor verschillende instrumenten gebruikt: 

  • Jaarlijkse evaluatie in combinatie met HoNOS+.
  • Geriant kliniek: gevalideerde CQ-index bij beëindiging van het contact. 
  • Ambulant: PREM (aangevuld met enkele vragen over Samen beslissen) 1x/jaar.

17. Afsluiting/nazorg

17a. De resultaten van de behandeling en begeleiding en de mogelijke vervolgstappen worden als volgt met de cliënt en diens verwijzer besproken:

Bijna altijd eindigt onze betrokkenheid door opname in een verpleeghuis of overlijden. Opname in een zorginstelling is ingrijpend en daar gaat altijd overleg met cliënt en naasten aan vooraf. Na opname wordt aan de mantelzorgers nog contact aangeboden: hoewel dat ‘systeemtechnisch’ moeilijk is, geschiedt dat op hun uitdrukkelijke wens die ze bij herhaling te kennen hebben gegeven in ons tevredenheidsonderzoek. De verwijzer, i.c. de huisarts, wordt al vanaf de intake periodiek geïnformeerd, zo ook bij afsluiting van het contact. Er is met regelmaat sprake van tussentijds contact met de huisarts door de behandelverantwoordelijke, gegeven de veelvuldig voorkomende somatische comorbiditeit bij deze cliëntengroep. De vervolgbehandelaar, vaak de arts in het verpleeghuis, wordt schriftelijk en zo nodig ook mondeling geïnformeerd. Bezwaar tegen informatieoverdracht wordt door deze cliëntengroep zelden gemaakt, ook niet door hun naasten. Daar waar dat wel aan de orde, wordt verwijzer of anderen daarover geïnformeerd en wordt de wens van de cliënt geëerbiedigd.

17b. Cliënten of hun naasten kunnen als volgt handelen als er na afsluiting van de behandeling en begeleiding sprake is van crisis of terugval:

Als dat al aan de orde is (zelden) is daar vaak al een langer behandeltraject aan vooraf gegaan. Zij kunnen dan rechtstreeks met ons contact opnemen. Immers: de aard van hun ziekte is dat deze niet meer zal verdwijnen. Is technisch een nieuwe verwijzing noodzakelijk, dan wordt dat kortgesloten met de huisarts.

4. Ondertekening

Ik verklaar dat ik me houd aan de wettelijke kaders van mijn beroepsuitoefening, handel conform het Landelijk Kwaliteitsstatuut GGZ en dat ik dit Kwaliteitsstatuut naar waarheid heb ingevuld:

Ja

Naam bestuurder van Geriant: 

Susanne Zuidhof-van Arkel

Plaats:

Heerhugowaard

Datum:

02-06-2025

Bij het openbaar maken van het kwaliteitsstatuut voegt de ggz-instelling de volgende bijlagen op de registratiepagina van www.ggzkwaliteitsstatuut.nl toe:

Een afschrift/kopie van het binnen de instelling geldende kwaliteitscertificaat (HKZ/NIAZ/JCI en/of ander keurmerk); 

Zijn algemene leveringsvoorwaarden; 

Het binnen de instelling geldende professioneel statuut, waar de genoemde escalatie-procedure in is opgenomen.